Databewerking (Transform) Compute

Met behulp van Compute kun je variabelen maken/definiëren op basis van berekeningen en/of manipulaties van de variabelen die al in het databestand aanwezig zijn. Met een voorbeeld wordt het principe van Compute verduidelijkt.

Voorbeeld Berekening van een tijdsduur

Beschrijving bestand

In dit bestand staan per case twee tijdstippen genoemd. Het gaat om de starttijd en de eindtijd van de afname van een vragenlijst. Bij vragenlijsten die digitaal worden afgenomen zijn deze twee tijdstippen in de regel beschikbaar. Interessant is het om te zien hoe lang de afname geduurd heeft. Dit per respondent en voor alle respondenten samen. Het bestand heeft de volgende Variable View.

Compute 01

Het bepalen van de duur van een interview kan door het verschil te nemen van de Interview eind tijd en de Interview start tijd. Dat vullen we hierna in.

topknop

Invullen van de schermen

Compute 02

In de variabelenaam mag geen spatie staan, daarom is "underscore" gebruikt.
Bij Compute 03 kun je de variabele verder beschrijven. Hier is dat niet gedaan.

Count 04

Bij de berekening wordt het verschil van de eindtijd en de starttijd bepaald. Dit levert het aantal seconden op. Om minuten te krijgen is dat verschil nog eens gedeeld door 60.

topknop

Acties naar aanleiding van de nieuwe variabele

Na op OK geklikt te hebben, is de nieuwe variabele gemaakt. Met deze variabele is het volgende histogram gemaakt.

Count 06

De rare uitschieter valt nu op. In het databestand is dat de laatste case. Klaarblijkelijk is daar wat speciaals mee aan de hand geweest. Er zit ook nog een uitschieter tussen de 20 en 30 minuten. Als die cases buiten beschouwing worden gelaten via Data, Select Cases, IF (Afname_duur < 15) komt het histogram er als volgt uit te zien:

Count 07

De tijd was in minuten, dus een gemiddelde Interview_duur van ongeveer 5 minuten. Wat alleszins redelijk is.

topknop